BROMLEY, GEEN TOEVAL

Titelpagina, met het mooie "poppy-logo"
Titelpagina, met het mooie "poppy-logo"

 

 

 

 

 

 

Nadat ik « Arend » gelezen had

(zie HIER) schreef ik de uitgever een kort briefje, ter attentie van M. Brijs.

 

 

 

 

 

 

 

Dit schrijven heeft volgende reaktie uitgelokt:

 

 

 

“Geachte heer,

 

Dank voor uw lovende woorden vanuit “la douce France”.

Ik schrijf om te storen – misschien moet ik dat maar als motto boven mijn computer hangen.

Want inderdaad, literatuur moet knagen, bijten, emoties ontlokken – en het is altijd een genoegen om van lezers te horen dat ik daarin ben geslaagd.

 

De Franse vertaling van De engelenmaker is van een zeer gedegen en literatuurminnende vertaler – hij heeft over zijn passie een blog gemaakt.

Zie hier: http://flandres-hollande.hautetfort.com . Ik zal de man (Daniel Cunin) laten weten dat uw partner van mijn boek heeft kunnen genieten dankzij zijn vertaling. 

 

Arend wordt voorlopig niet vertaald naar het Frans – wel is Daniel nu bezig met de vertaling van Post voor mevrouw Bromley. Misschien ligt de originele versie van dat boek inmiddels bij U klaar om tijdens de feestdagen te lezen bij een goed glas wijn van uw eigen domein – lijkt me een heerlijk vooruitzicht.

 

Nogmaals dank voor uw mail,  en alle goeds voor het nieuwe jaar.

 

Stefan Brijs »

 

Inderdaad, mijn kompane, die in Saint Pons de Thomières geboren werd en eigenlijk van Italiaanse komaf is, spreekt Frans, verstaat wat Catalaans en Occitaans evenals een beetje Italiaans maar geen Nederlands. Toch had ze van “De engelenmaker” kunnen genieten, dankzij het zeer goede vertaalwerk van

M. Cunin.

 

“Arend” zal dus voor een andere keer zijn.

 

“Post voor mevrouw Bromley” ligt sinds gisteren op het nachtkastje naast mijn (zieken-)bed. Ik heb er tot nu toe een honderdtal pagina’s van gelezen en een paar opmerkingen komen al bij mij op. De streek die de auteur beschrijft roept al meteen herinneringen uit mijn adolescentie op, toen ik een poging deed om mijn gebrekkige Engels met de hulp van talrijke “petites Anglaises” te veredelen.

 

De Charing Cross buurt is mij relatief goed bekend en het stadje Bromley, dat hij vermoedelijk niet voor niks als familienaam voor zijn hoofdpersonnage gekozen heeft, is meteen de geboorteplaats van H.G. Wells. Zonder rechtstreeks verband met het boek moet ik ook melden dat David Bowie er zijn jeugd doorbracht.

 

De talrijke ijzeren trein- of metroviaducten die in de jaren ’70 nog in de Londense buitenwijken aangetroffen werden rammelden inderdaad zoals in zijn beschrijving. Ik weet niet of ze nu uit elkaar gehaald zijn of enigszins gerepareerd.

 

Maar wat nog meer frappeert zijn de “à la Orwell” beschrijvingen (The Road to Wigan Pier) van de arme suburbs.

 

Uit zijn beknopte biografie heb ik niet kunnen afleiden of S. Brijs de Britse literatuur speciale aandacht geschonken heeft – hij studeerde voor “onderwijzer” – maar het staat als een paal boven water dat hij er grondig door geïmpregneerd is.

 

De man boeit mij – hoewel ik hem nooit ontmoet heb – en ik zou hem met plezier op ons domein ontvangen. Te meer daar echte reakties op “boodschappen naar de uitgever” eerder de uitzondering dan de regel zijn.

 

Ik heb zo ooit tevergeefs naar Hugo Claus geschreven, omdat ik Sylvia Kristel wou leren kennen ... met zijn toestemming. Ik had namelijk zijn oeuvre als onderwerp voor mijn “maturiteitsexamen” gekozen. Ik was toen 17 jaar oud en heb voor de eerste keer met zoveel acuïteit gevoeld hoe nietsbeduidend, lullig of nullig (neologisme) de leerkracht soms kon zijn. De helft van zijn boeken hadden ze niet gelezen en geen enkele slimme vraag hebben ze mij weten te stellen.

 

Ik heb ook naar Jef Geeraerts geschreven. Ik had een aantal van zijn “Gangreen” boeken op mijn lectuurlijst gezet. Dit heeft bij de leraar aanleiding gegeven tot de opmerking : “Les ressorts grincent à chaque page”, alsof je in Afrika telkens op een “deftig” bed tekeer gaat !

Maar ook Jef heeft nooit gereageerd.

 

En ik heb – lang geleden weliswaar – naar Goedele Liekens geschreven met de vraag naar enkele “trukskes” om ze in the pocket te hebben, m a w of ik ditte of datte al dan niet kon doen.

Haar antwoord luidde:

 

“You can, guru.

Kusjes,

 

Jouw Goedele”

 

Daar ben ik vet mee.

 

 

 

Écrire commentaire

Commentaires: 0